Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij zeide tot zijn mannen: Dat late de HEERE ver van mij zijn, [10]dat ik die zaak doen zou aan mijn heer, [11]den gezalfde des HEEREN, dat ik mijn hand tegen hem [12]uitsteken zou; want hij is de gezalfde des HEEREN! 10. Te weten, hetgeen gijlieden mij raadt. 11. Dat is, die uit het bevel des Heeren koning over Israel gezalfd is. 12. Of, uitstrekken, leggen, slaan aan hem. Zie Gen.37:22.